RECENTER GEZWAM

RECENTER GEZWAM

 

Gelul in de ruimte
De laatste editie van het Zondagsnieuws verscheen 5 juli 2015. Twintig jaar heb ik tekstjes gemaakt voor dat blaadje. Het eerste was een reportage over een politiehondenvereniging waarvoor ik me in zo’n pak hees om me door een Mechelse herder te laten grijpen. Er zouden er nog een berg volgen en het laatste was een interview met mezelf…lol. Hieronder het smakeloze stukkie (Foto: Jeu Lücker).

Terugblik op twintig jaar Zondagsnieuws Venlo
zondag 5 juli 2015

De woensdagavond zal nooit meer hetzelfde zijn. Nooit meer inderhaast een verhaaltje voor het Zondagsnieuws maken omdat het donderdagochtend bij de redactie moet wezen. Nooit meer die enorme paniek omdat ik alles zo nodig tot het laatste moment moest uitstellen. Waarom niet? Na twintig jaar is het gedaan met het Zondagsnieuws.

Vroeger raakte ik niet zo snel in paniek. Je schreef je een ongeluk voor al die weekbladen die in Venlo en omgeving in de brievenbussen belandden, gevraagd dan wel ongevraagd. Noord Limburg op Zondag, De Brug, Trompetter, E3, Zondagnieuws en ik zal er nog wel enkele vergeten zijn. Veel van die krantjes werden verspreid door Janssen Pers. Henk Lammen werkte er als redacteur. We voetbalden af en toe samen bij een cafévoetbalelftal. Dat wil zeggen: hij voetbalde, ik deed mee. Ik bracht zo nu en dan een krantje in een oplage van pakweg zeventien stuks uit voor de spelers zodat ze op de hoogte bleven van wat er zoal gaande was binnen de sensatiewereld van het cafévoetbal en het viel hem op dat ik in staat was enkele lettergrepen foutloos achter elkaar te zetten zodat ze hele woorden vormden. Dat was in 1995 kennelijk meer dan voldoende om als tekstschrijver aan de slag te kunnen en het zou het begin zijn van mijn glansrijke carrière als schrijver. Ik mag graag overdrijven. Het ging er nog heel anders aan toe. Tegenwoordig verzend je een stukje per mail, destijds stond er nog een enorme kast op je bureau waarin floppy’s van een vierkante meter konden. Een of twee stukken tekst en het ding zat vol. De floppy naar de redacteur brengen die het op zijn beurt weer naar Gennep moest brengen waar het hoofdkantoor van Janssen Pers was gevestigd. Ik begon met een verhaaltje voor het Zondagnieuws maar al snel liep het uit de klauwen. Drie stukjes voor De Brug per week over VVV wanneer ze thuis speelden. Een speler, de trainer en natuurlijk een sponsor. Een verhaal voor de voorpagina voor het Zondagsnieuws, een achtergrondverhaal en een reportage voor hetzelfde krantje. Ik raakte niet uit geleuterd. Dan weer eens een advertorial, een column of iets voor De Sloef, het VVV-Magazine of Grens en Maas dat in de buurten van Venray verscheen. En ik kreeg er ook nog voor betaald. Niet veel trouwens, maar da’s weer een ander verhaal. Hoe meer ik zwamde, hoe meer inkomsten. De vrouw vond het geinig want ze kon weer een keer extra naar de kapper, de honden ook want zij kregen kip of bief met bonen in plaats van rijst met lamshart. In het begin bezocht ik het slachtoffer altijd. Met de auto vanzelfsprekend. Maar daar kwam ik op terug toen de benzineprijzen de lucht in schoten en het honorarium daar hopeloos bij achterbleef. Toen ben ik ze maar gaan bellen. Dat nam niet zoveel tijd in beslag en was aanmerkelijk goedkoper. Totdat iedereen zo nodig een mobieltje moest hebben en zelfs de vaste telefoon wegdeed. Je betaalde je een ongeluk aan het bellen naar mobiele telefoons. Van de regen in de drup.

Sjezen
De begintijd was, voor mij althans, veruit het leukste. Het was in die tijd dat ik vrijwel elke week een reportage maakte. Op stap met iemand die iets te vertellen had of iets deed wat ik nog nooit had gedaan. Parasailen bijvoorbeeld. Hangen aan een vlieger met een instructeur achter je. Was behoorlijk nerveus. Ik heb al last van hoogtevrees wanneer ik op een hoge stoeprand sta. Viel achteraf reuze mee. Net als die keer toen ik samen met fotograaf Brendan van den Beuken afreisde naar Teuge om er een sportvliegtuigje te besturen. Het bleek een vrouwelijke piloot. Lekker mokkel trouwens. Ik zat meer naar haar te turen dan naar de eindeloze, grijze lucht voor me. Ik had vertrouwen in haar, Aircrash Investigation bestond toen gelukkig nog niet. Ik heb er zelfs een diploma aan overgehouden, een van de weinige die ik in mijn bezit heb. Een jaar heb ik dat soort reportages gemaakt. De een nog gekker dan de ander. Een zweefvlucht boven Venlo, me aan flarden laten rijten door een Mechelse herder bij een politiehondenvereniging, in een karretjes achter acht Alaskan Malamutes door De Peel sjezen, dure Amerikaanse wijnen slobberen in Chateau Holtmühle, de castratie van een kat aanschouwen ( ‘en tjoep, weg balletjes’) of een interview maken met de Maastrichtse strafpleiter Theo Hiddema die niks leuker vond dan een rechter bij de neus te nemen. En natuurlijk de reportage over een grote beurs in Venlo die ik een beetje afkraakte, om maar eens een understatement te gebruiken. De vele deelnemers die in het Zondagsnieuws hadden geadverteerd waren daar bepaald niet blij mee en een week later stond er een lijvig verhaal in het het krantje van een journalist die tot de conclusie kwam dat die Loupatty niet helemaal lekker bij zijn hoofd was. Kon ik me overigens wel in vinden. Niet in het stukje, wel in de conclusie.

Crises en internet
De reportages verdwenen omdat het concept veranderde. Ik heb nog steeds geen flauw idee wat er dan precies veranderde, alles werd domweg minder. De Brug verdween van het firmament. Noord Limburg op Zondag had eerder al de pijp aan Maarten gegeven en tegenwoordig spelen het E3-Journaal en De Trompetter ook al onder een hoedje. Sterker nog, ook dat weekblad verdwijnt binnenkort om plaats te maken voor een nieuwe weekkrant die 1Venlo gaat heten. En vanaf heden is het Zondagsnieuws dus ook pleite. Ik ben geen media-expert maar het zal ongetwijfeld met economische crises en internet te maken hebben. Geen geld, geen adverteerders, geen inkomsten, geen krantje. En elk zichzelf respecterend medium heeft tegenwoordig natuurlijk een website waarop het laatste nieuws staat voordat het de volgende dag in de krant verschijnt of vier dagen later in een gratis huis-aan-huis krantje. En wie een achtergrondverhaal wil lezen over de poes van oma Meyer in Sevenum of de aanvoerder van het eerste van FC Zwaagwesteinde, zoekt dat simpelweg even via Google op en hup, de poes en de aanvoerder komen te voorschijn. Tot slot wil ik hulde brengen aan de twee fotografen waarmee ik al die jaren heb mogen samenwerken. De eerste jaren was dat Brendan van den Beuken, de laatste vijftien jaar Jeu Lücker. Gewoon vaklui met wie het meer dan prettig toeven was en nog steeds is. Ik zie nu trouwens pas dat het tegenwoordig ZondagNieuws is en niet Zondagsnieuws, zoals het vroeger heette. Wat doet het er nog toe?